Previous Page  4 / 25 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 4 / 25 Next Page
Page Background

syndroom van Turner

E

nkele feiten

Vóórkomen

·

·

Incidentie/Prevalentie

De incidentie van het syndroom

van Turner is ongeveer 1 op de 2.500 levend geboren

meisjes. De huisarts met een normpraktijk heeft 1 of

enkele meisjes/vrouwen met SvT in zijn praktijk.

·

·

Leeftijd van diagnose

--

Prenataal

Het SvT kan prenataal gediagnosticeerd worden

op basis van een karyotypering bij screenend onderzoek

dan wel naar aanleiding van echografische bevindingen

(bijvoorbeeld verdikte nekplooi, hartgebrek).

--

Zuigelingenleeftijd

Bij duidelijke kenmerken (kleine lengte,

lymfoedeem aan handen en voeten, hartafwijking) wordt

de diagnose op de zuigelingenleeftijd gesteld.

--

Kinderleeftijd

Door de kleine lengte met op termijn een

afbuigende lengtegroei worden de meeste meisjes met

SvT op kinderleeftijd gediagnosticeerd.

--

Puberteit

Als de groeistoornis niet zeer uitgesproken is,

wordt de diagnose soms pas in de puberteit gesteld door

uitblijven van groeispurt en puberteitskenmerken.

--

Volwassen leeftijd

Bij vrouwen met een hele milde

expressie wordt SvT soms pas op volwassen leeftijd

herkend of soms helemaal niet.

·

·

Geslachtsverdeling

SvT komt alleen bij vrouwen voor.

·

·

Etniciteit

Het SvT komt in gelijke mate voor in alle etnische

groepen.

2

Syndroom van Turner

Het syndroom van Turner (SvT) is genoemd naar Henry Turner, een Amerikaanse arts die in 1938 een aantal vrouwen

beschreef met dezelfde uiterlijke kenmerken:

·

·

een kleine gestalte;

·

·

weinig of geen borstontwikkeling;

·

·

extra huidplooien in de nek;

·

·

cubitus valgus (X-stand van de ellebogen).

Bij vrouwenmet SvT ontbreekt een X-chromosoomof is er sprake van een afwijkend X-chromosoom. Ook

komenmozaïekvormen voor. De klassieke patiënt met SvT bestaat niet. Door het sterk variëren van de

symptomen in frequentie en ernst is de diagnose SvT soms moeilijk te stellen. Door verbeterde medische zorg en

onderzoeksmogelijkheden zijn tegenwoordig de meeste meisjes met SvT al op de kinderleeftijd gediagnosticeerd,

soms al prenataal.

Meisjes en vrouwenmet SvT zijn bijna altijd klein en hebben bijna altijd gonadale dysgenesie. Andere kenmerken zijn

uiterlijke dysmorfieën, aangeboren hartafwijkingen, recidiverende otitiden, gehoorstoornissen, psychomotorische en

psychosociale problemen.

Het syndroom van Turner is niet te genezen. De behandeling richt zich op het zo optimaal mogelijk begeleiden van de

persoonmet SvT en het behandelen van aandoeningen en klachten.

Het uiteindelijk doel is het optimaliseren van kwaliteit van leven en sociale integratie. De meeste vrouwenmet SvT

hebben, ondanks hindernissen, goede perspectieven en leiden een normaal leven.

Synoniemen:

·

·

gonadale dysgenesie;

·

·

Turner syndroom(TS);

·

·

monosomie X;

·

·

Ullrich-Turner syndroom;

·

·

45, X;

·

·

Bonnevie-Ullrich-syndroom.